2.1 tot 2.5

29-12-2013 20:50

H 2.1 tot 2.5

 

2.1

  • 1271 Marco Polo vertrekt met zijn vader en oom naar China Reis die door heel Azië zou gaan en bijna 25 jaar zou duren.

  • Drie jaar na zijn thuiskomst Polo gevangen in een oorlog Hij vertelt al zijn verhalen aan een celgenoot Deze schrijft alles op in boek il Milione.

  • Specerijen werden gebruikt als smaakmaker, medicijn en conserveermiddel.

  • Specerijen verbouwd in India en Indonesië Verscheept naar Hormuz In karavanen met kamelen en muilezels naar havens Middellandse Zee.

  • Il Milione beroemd verhaal Inspireerde zeelieden zoals Columbus.

  • Italiaanse handelaren hadden veel macht omdat ze de specerijen opkochten van de Arabieren en ze vervoerden naar andere delen van Europa.

  • Venetianen wonnen het vertrouwen van Arabieren met grote vloot en gulle schenkingen Ze mochten handelsposten hebben in Azie Ze leerden hun cultuur kennen en brachten dit over naar Europa voorsprong scheepvaart.

  • Arabieren en Europeanen vechten ook met elkaar: de Ottomanen veroverden in 1453 Constantinopel Italianen verloren hun positie Einde handel met Arabieren Europeanen zoeken zelf een weg naar Indië over zee.

  • Prinses Isabella van Castilië trouwt in het geheim met Ferdinand van Aragón door hem vermomd als ezeldrijver naar Castilië te laten komen Na het sterven van Isabella’s kinderloze broer werden zij heersers van Castilië en Aragón Dit werd samen de staat Spanje.

  • De Spanjaarden hadden weinig met elkaar gemeen, maar ze hadden wel één gemeenschappelijke vijand: Grenada Ze versloegen Grenada in 1492

  • De Ottomanen veroverden meer landen in 1529 stonden ze voor Wenen, maar Wenen sloeg alle aanvallen af en door ziekte, voedseltekort en winterkou moesten de Ottomanen zich terugtrekken.

  • Toen Spanje zich bedreigd voelde door de Ottomanen, verzamelden het samen met Venetië en de paus van Rome een Christelijke vloot Ze versloegen de Ottomanen in 1571 voor de kust van het Griekse Lepanto.

 

2.2

  • De onbekende oceaan weerhield veel mensen ervan op zoek te gaan naar nieuw land, ook door de onbekende reistijd was het risico te groot.

  • Eerste ontdekkingsreizigers waren de Portugezen Door een oorlog met Arabieren in Noord-Afrika kregen de Portugezen geen Afrikaans goud meer, en gingen ze zelf op zoek. Dit gebeurde in 1434 onder leiding van Hendrik de Zeevaarder, die van te voren veel kennis had verzameld uit de hele wereld.

  • Portugezen zochten naar routes om Zuid-Afrika heen naar Indië, omdat de specerijen erg gewild waren Langs de kust van Afrika bouwden ze handelsposten op Zo begon de Europese expansie.

  • In 1488 ontdekt Bartolomeus Diaz de zuidelijkste punt van Afrika.

  • De koning van Portugal zag niets inde plannen van de Portugese Columbus om Indië langs het westen te bereiken, maar de koning van Spanje wel en dus trad Columbus in dienst van de Spaanse koning.

  • In 1492 Ontdekt Cristoffel Columbus Amerika

  • In 1497 komt Vasco da Gama aan in Calicoet.

  • Ook in Azië stichtten de Portugezen handelsposten en kregen zo veel macht.

  • Toen de koning van Portugal probeerde om Nederland, Frankrijk en Engeland uit te sluiten van de handel met Azië gingen ze zelf naar routes zoeken. Dat was niet makkelijk, want door hun handelsposten konden de Portugezen de andere landen gemakkelijk aanvallen.

  • De Nederlanders probeerden de Portugezen te ontwijken door een Noordelijke route te zoeken onder leiding van Jan Huygen van Linschoten.

  • In 1596 was de beroemdste poging om Indië te bereiken. Onder leiding van Willem Barentsz gingen ze weg, maar bij Nova Zembla zat hun schip vast, en moesten ze daar overwinteren. Ze woonden in Het Behouden Huys.

  • In 1595 gingen de Hollanders onder leiding van Cornelis de Houtman om de Zuidelijkste punt van Afrika naar Indië. Eenmaal daar maakte De Houtman de fout om meteen te willen onderhandelen over prijzen, wat daar niet gebruikelijk was. Hierdoor kregen ze minder specerijen mee.

 

2.3

  • In 1500 leefde in…

- Noord-Amerika, het huidige Canada: Poolvolkeren, leefden van de jacht.

- Ten zuiden van het huidige Canada: Nomadische volkeren.

- Aan kusten en rivieren: Dorpen die leefden van de landbouw en jacht.

- Midden-Amerika: Machtige vorstendommen

- Andesgebergte: Dorpen met akkerbouw en veeteelt.

- Amazonegebied: Jager-verzamelaars.

  • Hoe zijn er mensen in Amerika gekomen? Jager-verzamelaars kwamen uit Azië naar Alaska, deze twee landen waren toen nog niet gescheiden door de zee. Vanuit Alaska verspreiden de mensen zich over het gehele continent.

  • LANDBOUWREVOLUTIE MIDDEN-AMERIKA + ANDES: omstr. 8.000 V.C.

  • Eerste gewassen die de Indianen verbouwden: maïs, pompoen en aardappel.

  • Op sommige plekken werd aan irrigatielandbouw gedaan Dit betekent dat op deze plekken mensen moesten samenwerken & er was een goed bestuur.

  • Indianen hielden akkers vruchtbaar door bossen kleinschalig te verbranden.

  • Maya’s: Verdiepten zich in de wiskunde, bestudeerden de sterren en ontwikkelden een schrift. Belangrijkste landbouwproduct: Maïs. Vereerden goden in piramidevormige tempels, woonden in statstaten die oorlog met elkaar voerden, vereerden de god van de zon, van de maan en de oppergod.

  • Azteken: Gebieden waren te dichtbevolkt Gingen op zoek naar een nieuw gebied Oorlogsgod zei dat ze een stad moesten bouwen daar waar een adelaar met een slang in zijn bek op een cactus zat. Ze zagen dit op een eiland in een meer en bouwden hier een stad (later Mexico City). Ze hadden een groot rijk en een goede vorst. De belasting was er goed geregeld en de samenleving had verschillende groepen: De vorst (grootgebieder), edelen priesters en generaals Soldaten Ambachtslieden en handelaren Boeren Slaven. Azteken waren erg gericht op oorlog, vrouwen hadden niets te vertellen. Ze hadden ook mooie bouwwerken, goede landbouw, gratis onderwijs, mensenoffers (energie voor de zon) en een kalender.

  • In 1911 vond Amerikaan Hiram Bingham Machu Picchu, stad van de Inca’s.

  • Hoofdstad van de Inca’s: Cuzco.

  • Inca’s: Groot rijk, goed bestuurd door een keizer (fam. van de zonnegod), ze hadden (deel(provincies, de belasting/beroepen werden bijgehouden, wegen.

2.4

  • Columbus kwam in 1492 aan in Haïti, dit was de eerste Spaanse kolonie in Amerika. Er bleven een aantal bemanningsleden achter, de eerste allochtone bewoners van Amerika. In 1493 ging Columbus terug naar Spanje, zijn reis werd in een boek uitgegeven.

  • De koning van Portugal en Spanje spraken af dat er een denkbeeldige grens was midden in de Atlantische oceaan. Spanje mocht de westelijke kant, en Portugal de oostelijke. Dit betekende dat Spanje zich op Amerika zou richten, terwijl Portugal Azië & Afrika “kreeg”. Dit is Het verdrag van Tordesillas.

  • In 1500 ging Amerigo Vespucci naar Amerika, en tijdens zijn tochten kwam hij erachter dat het gebied niet Indië was, maar een nieuw werelddeel! Op basis van Vespucci’s verslagen tekende een Duitser een kaart van het nieuwe continent en noemde het America, deze naam nam iedereen over.

  • In 1519 vertrok Fernando Magelhães naar Amerika met als doel een route om Amerika heen naar Indië te vinden. Hij vaarde om het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika en vond zo de weg naar Indië. Deze route duurde drie jaar, en was dus veel langer dan de route om Afrika, maar Magelhães had hiermee bewezen dat de aarde rond was.

  • Door de oorlog tegen Granada en de Ottomanen stonden Spaanse mannen die vochten voor hun eer en geloof hoog in aanzien. Omdat deze oorlog voorbij was konden de mannen nu vechten voor nieuw gebied in Amerika.

  • In 1519 was net als Magelhães ook Hernán Cortés met een leger in Amerika. Hij ging naar de hoofdstad van de Azteken, en de bewoners van de onderweg veroverde stadstaten moesten gedwongen met hem mee om te vechten. Eenmaal in de hoofdstad gebruikte hij de keizer als gijzelaar, en in 1521 was het Azteekse rijk veroverd en werden alle steden geplunderd en verwoest.

  • Het verhaal van Cortés inspireerde veel mensen, zo ook Francisco Pizarro, die in 1522 hoorde over het Incarijk, wat hij in 1532 bereikte. Hij kwam op een gunstig moment, want de Inca’s hadden net een burgeroorlog achter de rug en waren erg verzwakt. Hij versloeg ze, maar de laatste Inca werd pas gedood in 1572, 40 jaar later.

  • Hoe was het mogelijk dat Pizarro & Cortés in een korte tijd en met weinig soldaten zulke grootmachten versloegen?

- Geweldige wapens, zoals een harnas en stalen zwaarden (veel slachtoffers).

- Vuurwapens zorgden voor veel angst en paniek, maar deden het niet goed.

- Paarden, die daar onbekend waren.

- Ziektekiemen, door de ziektes die de Europeanen meebrachten kwamen er veel indianen om het leven, dit was de belangrijkste oorzaak.

  • De keizer van de Inca’s was erg benieuwd naar de blanke Europeanen, en maakte een afspraak om ze te ontmoeten. Maar hij werd in de val gelokt door Pizarro. Toen hij zich niet wilde overgeven aan een kleine groep soldaten, kwamen er kanonnen en meerdere soldaten uit hun schuilplaats vandaan. De keizer werd als gijzelaar gebruikt voor geld, maar uiteindelijk toch gedood.

 

2.5

  • Waarom wilden mensen zich vestigen in de kolonies? Door het goud en zilver en de overvloed aan land.

  • Om de kolonies goed te kunnen besturen deelde de Spaanse koning het gebied op in verschillende deelkoninkrijken, elk met een onderkoning.

  • Belangrijkste kolonies: Mexico en Peru.

  • Er werd een Ministerie van Kolonies opgericht, dat de kolonies in de gaten hield.

  • De katholieke kerk kreeg ook een grote rol in de kolonies, er werden priesters en monniken naar Amerika gestuurd om de mensen te bekeren met geweld.

  • Het christendom was anders in Amerika, omdat er Indiaanse tradities in verwerkt werden, hun goden in de lijst met katholieke heiligen werden opgenomen en werden christelijke feestdagen gevierd in traditionele kleding.

  • Er was veel vraag naar bv. suiker, cacao, tabak en katoen, dus stichtten de Spanjaarden in Amerika plantages met deze producten, hier verdienden ze veel geld mee.

  • Op de plantages en in de mijnen werkten Indianen volgens het systeem van de encomienda. Een kolonist kreeg aantal slaven onder zijn hoede die voor hem werkten. De kolonist bekeerde ze tot het Christendom, waarna ze vrij waren en een stukje land kregen. In de meeste gevallen hield de kolonist echter de slaven na de doop.

  • Bartolomé de Las Casas was een Spaanse priester die naar Midden-Amerika werd gezonden om de Indianen te bekeren. Volgens hem vond God de Indianen evenveel waard als de Europeanen, en hij nam het op voor de slaven. In 1515 ging Las Casas naar Spanje om de Spaanse koning hiervan te overtuigen. Mede dankzij hem is de Indianenslavernij in 1542 afgeschaft.

  • Las Casas heeft ook een samenvatting van het dagboek van Columbus gemaakt Toen het origineel verdween werd deze heel belangrijk.

  • Het werk van de Indianen werd overgenomen door de Afrikanen. Toen men merkte dat dezen het werk goed aankonden werd de vraag naar hen groter.

  • Driehoekshandel: Europa verkoopt aan Afrikaanse vorsten Europese producten, zoals geweren Afrikaanse vorsten verschepen slaven naar Amerika, waar ze worden verkocht Amerikaanse producten, zoals suiker, katoen, rum, tabak en edelmetalen, werden aan Europa verkocht.

  • Slavenhandel: Afrikanen werden gevangen door slavenvangers Ze werden verkocht aan slavenhandelaren Geboeid moesten ze honderden km.’s naar de kust lopen Ze werden opgesloten in een kerker Ze werden met een schip met honderden tegelijk naar Amerika vervoerd, waar ze de rest van hun leven moesten werken als slaaf.