Antigone

22-12-2013 13:17

Samenvatting Antigone.

Proloog: r.1-149
Antigone neemt haar zus Ismene mee naar buiten omdat ze wil weten hoe zij over de zaak denkt. Het is namelijk zo dat hun beide broers, Eteocles en Polyneices gesneuveld zijn. Creon, de leider van Thebe, wil Eteocles begraven, omdat hij volgens de wetten van de staat geleefd had, maar Polyneices wordt buiten de stad gelegd en niet begraven, omdat hij de stad Thebe wilde platbranden. Niemand mag hem begraven, er mag zelfs niet om hem gerouwd worden. Antigone wil hem wel begraven en wil weten wathaar zus hier van denkt. Haar zus wil niet helpen, omdat ze bang is voor de openbare straf.

Maar Antigone wil hem wel begraven. Ismene zegt over Antigone's daad te zullen zwijgen maar Antigone wil dat ze er juist wél over praat, het van de daken schreeuwt.

Ismene vindt het niet verstandig maar heeft wel door dat haar broer Antigone dierbaar is.

Parodos en koorlied: r.150-243

Het koor zingt over de strijd van de broers, dat de oorlogsgod aan de kant van Thebe stond en dat de beide broers elkaar hebben vermoord. Ze kondigen de oproep van Creon aan.



Eerst epeisodion: r.244-503

Creon spreekt het volk toe dat hij, als naaste troonopvolger, de stad Thebe vanaf nu zal regeren. Hij zegt dat Polyneices een vijand van de staat is omdat hij zijn relaties hoger heeft gesteld dan zijn vaderland. Want alleen van de staat is heil te verwachten.

Eteocles, voorvechter van de stad Thebe, zal een begrafenis krijgen met alle ritueel, maar Polyneices, die Thebe wilde platbranden, zal het recht op een begrafenis ontzegd worden en niemand mag om hem rouwen. Iemand die deze regel overtreed, zal sterven.

Op een gegeven moment komt er een soldaat met een boodschap voor Creon. Er is iemand bij het lijk geweest die het begrafenisritueel is komen vervullen. De huid is met droog zand bestrooid, alle voorschriften zijn in acht genomen en de dader is verdwenen en heeft geen enkel spoor achter gelaten.

Creon zegt dat als de soldaten er achter komen wie de dader is, de dader voorgeleid moet worden en dood moet. Als ze de dader niet vinden zullen ze zelf de doodstraf krijgen.

Eerste stasimon: r.504-577

Het koor zingt over de mens, een slim wezen dat elke toekomst recht in de ogen ziet. Hij weet zich altijd te behelpen, overleeft elk seizoen en kan ernstige ziektes genezen. Alleen op de dood zal hij nooit een uitweg weten. Maar hoe verstandig mensen ook zijn, ze kunnen altijd slechte gedachten hebben en ze opvolgen. Zo'n mens is slecht en verdient niets goeds.

Tweede epeisodion: r.578-916

De soldaat komt met Antigone naar Creon toe, hij had haar op heterdaad betrapt toen zij weer met het begrafenisritueel bezig was. Antigone vindt het niet erg om te sterven, zij is allang tevreden dat zij haar broer een begrafenis heeft kunnen geven. Zij is er trots op en zegt dat de rest van het volk het met haar eens is maar niet durven te spreken in vrees voor Creon.

Creon beslist dat ook haar zuster Ismene veroordeeld zal worden omdat zij volgens hem ook schuldig is. Ismene komt op en zegt dat het ook haar schuld is, dat zij de verantwoordelijkheid deelt. Antigone zegt dat het niet waar is en dat Ismene voor het leven heeft gekozen maar zijzelf voor de dood. Ismene wil haar niet laten sterven, maar wil samen sterven met Antigone en haar verplichtingen aan haar broer alsnog nakomen. Wat heeft zij trouwens aan het leven als haar zus er niet meer is?

Ismene vraagt Creon waarom hij zijn zoons verloofde wil doden. De zoon van Creon, Haimon is namelijk verloofd met Antigone. Maar Creon zegt dat hij geen slechte vrouw voor zijn zoon wilt.



Tweede stasimon: r.917-992

Het koor zingt over het lot van de kinderen en kleinkinderen van Labdakos. Elke generatie heeft tegenslag gehad. Wie kan ooit ingaan tegen deze wensen van Zeus?

Derde epeisodion: 993-1241

Haimon, de zoon van Creon is verdrietig om het lot van zijn verloofde, maar hij vindt de wil van zijn vader (zolang die wil het beste met hem voorheeft) belangrijker dan het huwelijk. Creon vindt ook dat vaders wil het zwaarste moet wegen. Hij zegt tegen zijn zoon dat hij zijn verstand erbij moet houden en zich niet in de war moet laten raken door zijn gevoelens voor een vrouw. Hij zou toch alleen maar slechte kinderen van haar krijgen, omdat zij niet deugt. Zij moet dood, want zij kan niet zomaar het gezag de wet voorschrijven, zij moet zich aan de regels houden ook al heeft zij (als enige) een andere mening. Wet en orde moeten gehandhaafd worden.

Zijn zoon vertelt hem dat hij misschien wel ongelijk heeft omdat het volk niks durft te zeggen tegen Creon, bang voor de gevolgen. Het volk denkt vaak wel iets anders maar dat komt nooit aan het licht. Antigone verdient eigenlijk de hoogste lof voor haar daad, zo fluistert het volk. Haimon is het wel met het besluit van zijn vader eens maar zegt dat zijn vader ook een luisterend oor moet hebben voor de meningen van anderen.

Creon en zijn zoon krijgen ruzie omdat Haimon vindt dat zijn vader ook naar de mening van het volk moet luisteren maar zijn vader vindt dat hij het in het land voor het zeggen heeft en dat de staat aan hem behoort. Haimon wil dat zijn vader geen fouten gaat maken door zijn onredelijkheid. Creon zegt dat Haimon alleen maar om Antigone geeft en daarom dit vertelt, maar Haimon zegt dat het om de bezorgdheid van zijn vader, zichzelf en de goden van het onderaardse rijk gaat.

Creon zegt dat Haimon hem niet ongestraft zal laten nu hij hem voor schut heeft gezet en heeft beledigd. Haimon besluit dat hij zijn vader nooit meer wil zien.



Derde stasimon: r.1242-1257

Het koor zingt over de liefde die onoverwinnelijk is in de strijd. De liefde voor een vrouw kan ver gaan.



Vierde epeisodion: r.1258-1472

Antigone neemt afscheid en het koor zingt dat ze in ieder geval geleefd heeft en niet dood gaat op een lijdende manier, zoals ouderdom of ziekte. Antigone gaat dood omdat zij het gezag heeft aangetast.

Antigone zegt dat niemand om haar huilt dat zij dood gaat, maar dat in ieder geval haar familie in het dodenrijk blij is dat ze komt. Ze zegt dat zij blij is dat ze haar broer een laatste eer heeft bewezen, ook al was het in de ogen van Creon onvergefelijk. 



Vierde stasimon: r.1473-1549

Het koor zingt over andere voorbeelden van ten dood veroordeelden.



Vijfde epeisodion: r.1550-1758

Tiresias komt Creon vertellen dat hij het er niet mee eens is dat hij een levende (Antigone) naar beneden heeft gestuurd en een dode (Polyneices) hier houdt, terwijl het het onderaardse toebehoort. Tiresias voorspelt Creon hierom een wrede ondergang. Creon zal het merken binnenkort, aan het gekerm en gejammer van mannen en vrouwen in zijn huis. Als Tiresias weg is waarschuwt een woordvoerder Creon dat wat Tiresias allemaal aangekondigd heeft nog nooit onwaar is geweest. Hij zegt dat Creon Antigone moet bevrijden en voor Polyneices een grafmonument moet oprichten, zo snel mogelijk. Creon doet het. Al het personeel moet mee om te helpen.



Vijfde stasimon: r.1759-1802

Het koor vertelt een verhaal over Bacchus en de stad Thebe.



Exodos: r.1803-2092

Een informant meldt dat Haimon zelfmoord gepleegd heeft. Eurydice komt en wil het verhaal horen. De informant vertelt dat bij aankomst van Creon, Antigone al aan de strop hing en dat Haimon er knielend en huilend bijzat. Toen Creon hem aansprak wilde Haimon zijn vader dood steken, hij miste en stak toen maar zichzelf dood.

Euriydice ging weg. Creon was ontroostbaar door het verlies van zijn zoon, wat had hij een grote fout gemaakt, wat was hij stom geweest. De ellende was erg, maar werd nog erger. De informant kwam namelijk vertellen dat Eurydice, zijn vrouw, zelfmoord heeft gepleegd na het horen van dit gruwelijke verhaal. Eerst was Megareus (z'n andere zoon) dood, nu z'n andere zoon en ook zijn vrouw. Creon is radeloos, alles is uit de hand gelopen. Het koor zingt dat men nooit eeuwige wetten mag negeren en altijd naar het verstand moet luisteren.