Begrippen H2 § 4 t/m 7
4. Fossiele brandstoffen
Steenkool: ontstaat wanneer dikke lagen plantaardig materiaal uit moerasgebieden door waterspiegelstijging bedekt raken met lagen klei en zand.
Thermolyse: chemische reactie waarbij een stof door verhitting ontleedt.
Veen (nat)/ Turf (droog): eerste stadium dat bruikbaar is als brandstof.
Bruinkool: ontstaat wanneer turf lager is blootgesteld aan de hoge druk en temperaturen.
Aardolie: product van thermolyse van organische resten onder hoge druk en temperaturen.
Olieraffinaderijen: fabriek waar ruwe olie wordt opgewerkt tot hoogwaardiger producten.
Aardgas: bijproduct van de vorming van steenkool of aardolie. Gebruikt als grondstof voor synthesegas.
Reforming: aardgas bij hoge temperaturen met waterdamp laten reageren CO en H2
5. Milieueffecten
Smog: mist die wordt veroorzaakt door rook uit fabrieken.
Fijnstof: vorm van luchtvervuiling.
Zure regen: ontstaat door zwaveldioxide en stikstofdioxide die met water reageren.
Koolstofkringloop: natuurlijke kringloop van koolstofverbindingen tussen land en atmosfeer.
Planten nemen evenveel CO2 op als er door rotting en verbranding weer vrijkomt.
Broeikaseffect: ontstaat door aanwezigheid van broeikasgassen in de atmosfeer. Ze zorgen ervoor dat de temperatuur hoger ligt dan van de zon en de interne aardwarmte.
CO2-neutrale brandstoffen: brandstoffen die niet bijdragen aan een klimaatverandering.
Duurzame energiebron: een onuitputtelijke energiebron, zoals de zon.
6. Duurzame brandstoffen
Biodiesel: duurzame energiebron, gemaakt uit plantaardige olie of dierlijk vet.
Biogas: een mengsel van methaan en koolstofdioxide.
Vergisten: Koolhydraten worden door microorganismen (gist) omgezet in andere stoffen bv. alcohol, ethanol, methaan of melkzuur.
Energiedrager: stof die gebruikt kan worden om warmte te produceren.
Kolenvergassing: steenkool wordt onder hoge druk en temperatuur blootgesteld aan waterdamp en afgepaste hoeveelheid zuurstof.
Elektrolyse: ontleding van een chemische verbinding door middel van elektrische stroom.
7. Petrochemische industrie
Fracties: de ruwe aardolie wordt gescheiden in een aantal verschillende bestanddelen met oplopend molecuulgewicht.
Residu: rest van bepaalde stof, die achterblijft.
Schotels: opvangschotels die gecondenseerde koolwaterstoffen opvangen en afvoeren uit die kolom.
Kooltraject: traject die de fracties af kunnen leggen in de destillatieketel.
Kraken: lange ketens worden in één of meer stukken gebroken: endotherm proces.
Thermisch kraken: aardoliefractie wordt zonder zuurstof tot hoge temperatuur verhit.
Katalytisch kraken: hiermee kan uit ruwe olie 2x zoveel benzine gehaald worden als d.m.v. thermisch kraken.