Parlementaire democratie h2

19-12-2013 16:49

Parlementaire democratie

 

2. Politieke stromingen

 

Ideologie: een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving.

Standpunten die uit ideologieën voortkomen, hebben te maken met 3 aspecten:

  • Normen en waarden die voor iedereen zouden moeten gelden. (donor als je dat aangeeft/ of / je bent altijd donor tenzij je registreert dat je het niet wil.)

  • Sociaaleconomische verhoudingen van de samenleving; Wat is een echtvaardige verdeling van de welvaart?

  • Machtsverdeling: Moeten werknemers meer te zeggen hebben of neemt alleen de directie besluiten?

 

Progressief: - vooruitstrevend, veranderingsgezind en gericht op de toekomst.

- benadrukt de gebreken in de samenleving en pleit voor veranderingen.

 

Conservatief: - behoudend, gericht op het heden en verleden.

- benadrukt wat we al hebben bereikt.

- conservatieven willen soms de vervanging van regels terugdraaien: reactionair

 

Links: - gaat uit van het principe van gelijkwaardigheid

- iedereen gelijke kansen op onderwijs, werk en inkomen.

- overheid actief: moet de zwakkeren beschermen d.m.v. goede uitkeringen.

 

Rechts: - legt nadruk op vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.

- overheid passief: alleen optreden wanneer het echt nodig is.

 

Politieke midden: - nadruk op de gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers en overheid.

- mensen en organisaties moeten voor zichzelf zorgen. Als dit niet lukt, helpt de overheid.

 

Links: PvdA, SP, GroenLinks

Rechts: VVD, PVV

Politieke midden: D66, CDA

 

De stromingen: liberalisme, confessionalisme, socialisme, populisme.

 

Liberalisme:

  • De samenleving is er het meest gebaat bij als ieder individu zich zo optimaal mogelijk kan ontplooien.

  • Mensen zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig.

  • Vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie.

  • Ontstaan tijdens Franse Revolutie: ze wilden meer politieke macht met als ideaal persoonlijke economische vrijheid.

  • Volgens liberalen nu is een vrijemarkteconomie het beste voor het land.

  • Grootste liberale partij is de VVD

 

 

 

 

Socialisme:

  • Gaat ervan uit dat de mogelijkheden voor elk individu om zich te ontplooien gelijk zijn.

  • Mensen moeten solidair met elkaar zijn: sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.

  • Ontstaan door reactie op slechte werkomstandigheden in de 19e eeuw.

  • Doel: einde maken aan armoede en ongelijkheid

 

2 groepen over hoe ze het doel van gelijkheid het beste konden bereiken:

  • Communisten: arbeiders krijgen door een revolutie alle macht

  • Sociaaldemocraten: maatschappelijke verbeteringen bereiken langs parlementaire weg.

Sociaaldemocraten nu:

  • Kennis, inkomen en macht moet eerlijker verdeeld worden.

  • Verzorgingsstaat moet in stand gehouden worden.

  • Sociaaldemocratische partijen: PvdA, GroenLinks en SP

 

Confessionalisme:

  • Mensen baseren hun politieke opvattingen op hun geloofsovertuiging.

  • Uitgangspunt: God heeft een bedoeling met de wereld en de mens moet zich daarnaar richten.

  • Men gaat uit van een organische staatsopvatting: de samenleving is vergelijkbaar met een menselijk lichaam waarin alle onderdelen van elkaar afhankelijk zijn en ook alleen in onderlinge samenhang kunnen functioneren.

  • Het hoort bij de natuur om gezinnen te vormen.

Christendemocraten nu:

  • Streven naar een samenleving waarin rentmeesterschap, solidariteit, harmonie en gespreide verantwoordelijkheid.

Rentmeesterschap: de mens heeft de taak voor de door ons toevertrouwde aarde te zorgen.

  • Confessionele partijen: CDA en ChristenUnie.

  • SGP is een kleine, streng orthodoxe, christelijke partij.

 

Populisme:

  • Bepaalde stijl van politiek.

  • Wil de stem van het volk laten horen.

  • Komt op voor de eenvoudige burger die dat zelf niet kan en wiens belangen daardoor ondergeschikt zijn.

  • Politieke kwesties versimpelen en er daadkrachtige oplossingen voor aan te dragen. Bijv: de criminaliteit neemt toe → harder straffen.

  • Vaak zeer nationalistische standpunten: tegen immigratie.