Samenvatting H3
Nederlands literatuur H3 § 17 t/m 26
17 Historische achtergrond 1500-1700
Feodale koninkrijken werden centraal geregeerde staten.
Door ontdekkingsreizenwereldwijd handelsverkeerburgerij machtigerkerk en adel verloren een deel van hun gezag.
Wereldwijd handelsverkeer, Columbus buiten Europa
Burgerij: machtiger/rijker
Adel/kerk: minder (ook door godsdienstige twisten: Luther)
vele oorlogen, daarna(2e helft 17e eeuw) rust dankzij absolute monarchie: staatsstelsel waarin de koning de volledige macht bezit en slechts aan God verantwoording af moet leggen.
Nederlanden:
-
1500: Karel V bezat Nederlandse gewesten; alle provincies grote zelfstandigheid.
-
Filips II (zoon Karel V): fel tegen ketters en centralisatie
-
Alva: begin 80-jarige oorlog
-
-
Daarna: Republiek der Verenigde Nederlanden
-
Vertegenwoordigers van elk gewest vergaderen (Staten-Generaal)
-
Machtigste: landsadvocaat: Johan van Oldenbarnevelt
-
-
Strijd tussen raadspensionarissen en stadhouders:
Stadhouders wilden centraal geregeerde staat, de raadspensionarissen niet.
Economie begon te groeien: religieuze vrijheidGouden Eeuw (noorden) zuiden = Spanje
19e eeuw: zuiden ook Nederlandse cultuur
18 De Renaissance
Renaissance (wedergeboorte) ontstond is Italië, de Klassieke Oudheid te doen herleven.
Humanisten (humanus=menselijk): eerste onderzoekers van de klassieke cultuur, op grond van klassieke teksten kwamen zij tot een nieuwe visie op de rol van de mens in de wereld.
Bekende humanist: Nederlander Desiderius Erasmus.
Visie Renaissance: mens en aarde even belangrijk als het goddelijke en het hiernamaals.
Theocentrische opvatting werd antropocentrische (=mens): wat de mens presteerde, was geen gave van God, maar iets dat uit de mens zelf voortkwam. Kunstenaars/geleerdengenieën.
Individualisme: de mens werd gezien als een unieke, individuele persoonlijkheid die tot grote dingen in staat was door zijn eigen verstand en wilskracht.
Kunstenaars gingen schilderijen signeren en maakten zelfportretten.
Hoogste ideaal in de Renaissance: homo universalis: universele mens die op alle gebieden van de menselijke cultuur uitblinkt Leonardo da Vinci (Mona Lisa)
Empirisme (empirie=ervaring): iemand die zelf wil uitzoeken hoe het in elkaar zit: experimenten!
19. Wetenschap en geloof
Wetenschap:
Empirismebasis leggen voor de moderne wetenschappen
-
Copernicus: aarde draait om de zon
-
Galilei: onderzocht sterrenhemel met verrekijker en ontdekte vier manen van Jupiter aanwijzing voor gelijk van Copernicus
-
Kerk plaatste Galilei’s boek op de index: lijst met door kerk verboden boeken.
-
Moderne wetenschap begint
-
Isaac Newton: theorie van de zwaartekracht, mechanica en differentiaalrekening. Boek: invloedrijke geschrift uit de geschiedenis van de natuurkunde.
Fysische + geografische kennis nam toe Columbus, Magelhaes
Naast natuurwetenschappen (B-wetenschappen) nu ook A(alfa)-wetenschappen
-
Taalkunde en geschiedschrijving: eerst Oudheid bestuderen, dan eigen taal + geschiedenis.
Heksenverbrandingen; analfabetisme
Godsdienst:
- Ook empirisme/individualisme.
- Kerk was te wereldlijk: protestantisme/ Hervorming/ Reformatie
-
Belangrijkste hervormers: Luther en Calvijn
20. Beeldende kunst en muziek
Beeldende kunsten:
Middeleeuwen: kunstenaarsambachtslieden
Renaissance: kunstenaars geleerden
kenmerken:
-
Realisme: zo realistisch mogelijk uitbeelden.
-
Naakt bij beelden en perspectief bij schilderijen.
-
Anamorfose: een schilderij waarvan de afbeelding slechts op een bepaalde manier te zien is.
-
Realisme: uitbeelden van menselijke karakters, gevoelens en onderlinge relaties.
-
Mona Lisa: niet alleen uiterlijk, maar ook een innerlijk.
-
Estheticisme (schoonheidsleer): de opvatting dat kunst in de eerste plaats iets moois dient te zijn.
-
In de Middeleeuwen juist de inhoud ipv schoonheid
-
Symmetrie in bouwkunst/schilderkunst: voorkeur voor cirkels, vierkanten, rechthoeken.
-
-
classicisme: invloed van de Klassieke Oudheid
-
weergeven taferelen klassieke mythologie + gebruik zuilen
-
olieverf ontstond gedetailleerder
-
bekende schilders: da Vinci, Botticelli, Santi, Dürer, Brueghel.
-
Muziek:
Middeleeuwen = Renaissance (nauwelijks verandering in muziek)
-
motet: eenstemmig lied zonder begeleiding ( a capella)
-
lied: eerst eenstemmig, later meer instrumentale begeleidingmeerstemmig.
-
Polyfoon: verschillende melodieën tegelijk zingen/spelen.
-
-
mis: muziek kerkdienst: polyfoon. Opkomst orgel belangrijk.
-
Bekende componisten: Giovanni Pierluigi da Palestrina, Henegouwer Josquin des Prés
21. Literatuur en taal
Verhouding tussen klassieke en eigen cultuur:
-
translatio (vertaling)
-
imitatio (navolging): Zelf Latijn schrijven + herleven klassieke genres.
-
aemulatio (verbetering)
Latijn werd de internationale taal van de wetenschap.
Ook omgekeerde tendens:
-
purisme (taalzuivering)
-
epigram/puntdicht opnieuw beoefenen: kort gedicht van 2/4 regels met spitse, geestige inhoud en een verrassend slot (de ‘pointe’)
-
Belangrijkste epigrammenschrijver: Constantijn Huygens.
-
-
nieuwe genres ontwikkelen:
-
Aforisme/spreuk: korte krachtige zin waarin een levensles wordt verkondigd.
-
Tegenwoordig ook: korte geestige uitspraak.
-
Belangrijkste aforismenschrijver: Multatuli
-
Essay: korte prozatekst, met persoonlijke mening van de auteur.
-
Sonnet: lyrisch gedicht van twee strofen van ver regels (kwatrijn) octaaf en twee strofen van drie regels (terzet) sextet.
-
-
-
-
-
-
-
Volta/wending: Twee gedachten, tussen octaaf en sextet.
-
-
-
Estheticisme: regelgevingbepaalde eisen aan literair werk.
-
-
-
-
Moest een genre hebben en de regels daarvan volgen.
-
Taal moest verfijnd zijn
-
Laten zien wat je met taal kunt: woordspelingen, ingewikkelde verstypen, metrum.
-
-
-
Realisme: gebeurtenissen moesten geloofwaardig zijn.
Hollands dialect groeide uit tot standaardtaal later ABN
Grote invloed door Statenbijbel, woordje ‘zich’ kwam op. Hij wast zich i.p.v. hij wast hem.
22. Gerbrand Adriaensz. Bredero 1585-1618
-
Weinig bekend van zijn leven
-
Beroepsopleiding tot schilder, niets bewaard van zijn schilderkunst.
-
Stierf op 33-jarige leeftijd.
-
Amsterdam speelde grote rol in zijn literaire werk.
-
Gedichten na zijn dood gebundeld: Boertig, amoureus en aandachtig groot liedboek.
-
Schreef tiental toneelstukken, meesterwerk komedie: Spaansen Brabander Jerolimo.
23. Pieter Cornelisz. Hooft 1581-1647
-
Belangstelling voor kunst
-
Rechtenstudie aan universititeit Leiden.
-
Eerste periode schrijverschap: lyriek, met name liefdespoëzie.
-
Levenswerk: Nederlandse historiën: geschiedenis Nederlandse opstand tegen Spanje.
-
Classicisme in levenswerk
-
Maar ook: archaïsmen (oude woorden) en neologismen.
-
-
Schreef ook toneelstukken: Ware nar: bewerking van Aulularia (van Plautus)
-
Nederlandse staatsprijs voor letterkunde, P.C Hooftprijs is naar hem vernoemd.
24. Maniërisme en barok
-
Maniërisme (maniera = stijl, manier): kunstenaars die op de manier van Michelangelo werkten.
-
Natuurgetrouwe weergave van de anatomie werd losgelaten
-
Gestalten zijn overdreven langgerekt, met kleine hoofden, lichamen getoond in gedraaide hoek en perspectief vaak niet meer van voren, maar een andere hoek.
-
In de literatuur: verfijnde, elegante kunsttaal met ingewikkelde zinnen, tegenstellingen en woordspelingen.
-
Bekendste maniëristische schilders: Tintoretto, El Greco.
-
Bekendste beeldhouwer: Cellini
-
Maniëristisch schrijver: Constantijn Huygens.
-
-
Barok: emotionele variant op de Renaissance.
-
In schilderkunst: vollere en diepere kleuren en voorkeur voor emotionele taferelen en geheimzinnige, woeste landschappen. Schilderijen zijn overladen met personen in beweging: warrelende massa vormen en kleuren.
-
Burgerlijk realisme: kunst bedoeld voor rijke koopliedenstand.
-
Beroemde schilders: Frans Hals, Rembrandt van Rijn, Jan Steen, Johannes Vermeer.
-
-
In literatuur: taal vol herhalingen en overdrijvingen, voorkeur voor ‘grote’ genres als het epos en de tragedie.
-
Bouwwerken zijn zwaar en groots, interieur met vele schilderingen, beeldhouwwerken en architectonische versieringen.
-
Nauw verbonden met RK kerk die kunstwerken ging gebruiken om het geloof te versterken. Soms weer theocentrisch. Vooral in de RK landen.
-
Belangrijke schilders: Carracci, Caravaggio, Rubens, Velázquez.
-
Grootste architect en beeldhouwer: Bernini, voltooide bouw van Sint-Pieter.
-
Barokmuziek: maniërisme speelt geen rol, barok wel.
-
Ontstaan opera in Italië rond 1600oude Griekse drama herleven.
-
Muziek Renaissance niet geschikt voor opera, vanwege de meerstemmigheid barokcomponisten moesten zelf ontwikkelen de eenstemmigheid herstelde.
-
Verwant aan opera: oratorium: groot opgezet zangstuk voor orkest, koor en solisten, maar zonder toneelscènering.
-
-
Belangrijkste componist: Monteverdi (Orpheus)
-
Beroemdste oratorium: Messiah (van Händel)
-
Orkestwerken van Händel: Water Music en Music for the Royal Fireworks
-
Meerstemmige muziek bleef bestaan Sebastian Bach: Brandenburgische Konzerte, Matthäus Passion, Hohe Messe.
-
-
-
-
Ook het werk van Vivaldi wordt nog uitgevoerd: de vier jaargetijden.
25. Constantijn Huygens 1596-1687
-
Wonderkind: 11-jarige leeftijd schreef hij Latijnse gedichten, later Frans + Nederlands
-
Beheerste Latijn, Grieks, Frans, Engels, Spaans, Italiaans.
-
Hij schilderde, speelde muziekinstrumenten, componeerde stukken.
-
Ontwierp eigen buitenverblijf en de weg van Den Haag naar Scheveningen.
-
Veel gedichten geschreven, gebundeld: Korenbloemen: tijdverdrijf tussen eigenlijke arbeid door, zoals korenbloemen een akker mooi maken, terwijl graan het echte product is.
-
Eigenlijke beroep was de diplomatieke dienst.
-
Bekendste werken: epigrammen (sneldichten), met ingewikkelde vervormen.
-
Autobiografisch gedicht: Dagwerk
-
Enige Nederlander die het Renaissance-ideaal van de homo universalis heeft benaderd.
26. Joost van den Vondel 1587-1979
-
Leerde zichzelf Latijn en Grieks
-
Beoefende talrijke genres: hekeldichten, klaagzangen en tragedies.
-
Hekeldicht: waarin iets aangevallen wordt (verwant aan satire)
-
-
Te maken met religieuze en politieke twisten in 17e eeuw.
-
Woedende gedichten tegen Maurits
-
Klaagzang: naar aanleiding van de dood van geliefd persoon
-
Overlijden zoontje, dochter en vrouw
-
-
Later over op toneel: tragedie Gijsbrecht van Aemstel.
-
Maakt vergelijking met Troje: houten paardschip
-
Aeneas ontlucht TrojeGysbrecht ontvlucht Amsterdam.
-
-