Thema 3 bs 1-3
BIOLOGIE
________________________________________________________________________________
Bloedvatenstelsel:
het hart & de bloedvaten.
Bloedsomloop:
de weg die het bloed door het lichaam aflegt.
Kleine bloedsomloop:
1) rechterhelft hart.
2) rechter & linker long.
3) linkerhelft hart.
4) de grote bloedsomloop.
Grote bloedsomloop:
1) linkerhelft hart.
2) hele lichaam;
een deel naar het hoofd & de armen, een deel naar de romp & de benen.
3) organen in al deze lichaamsdelen.
4) rechterhelft hart.
- Per omloop stroomt het bloed 2x door het hart.
- De bloedsomloop bij de mens noemen we dan ook een dubbele bloedsomloop.
________________________________________________________________________________
- Kransslagaders lopen over het hart & brengen zuurstof en voedingsstoffen naar de spier.
- Kransslagaders zijn vertakkingen van de aorta.
- Kransaders lopen over het hart & brengen koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg v/d spier.
- Kransaders monden rechtstreeks uit in de rechterboezem.
- Bloed dat van het hoofd & de armen afkomt stroomt via de bovenste holle ader het hart binnen.
- Bloed dat van de romp & de benen afkomt stroomt via de onderste holle ader het hart binnen.
- Beide holle aders monden uit in de rechterboezem.
- Van de rechterboezem stroomt het bloed naar de rechterkamer.
- De rechterkamer pompt het bloed in de longslagader.
- De longslagader splitst zich in twee bloedvaten; 1 naar elke long.
- Bloed stroomt vanaf de longen via de longaders terug naar het hart.
- De longaders monden uit in de linkerboezem.
- Van de linkerboezem stroomt het bloed naar de linkerkamer.
- De linkerkamer pompt het bloed in de aorta.
- Via aftakkingen van de aorta stroomt het bloed naar organen van het lichaam.
- Door de onderste en bovenste ader stroomt het bloed weer terug naar het hart.
- Boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door hartkleppen.
- Deze verhinderen dat het bloed terugstroomt van de kamers naar de boezems.
- Aan het begin van de longslagader en de aorta bevinden zich halvemaanvormige kleppen.
- Zij verhinderen dat het bloed terugstroomt in de kamers.
__________________________________________________________________________________
- De hartspier van een volwassene trekt zich gemiddeld 70x per minuut samen.
- We noemen dat een hartslag van 70.
- De hartslag begint als de boezems zijn volgestroomd met bloed uit holle aders en de longaders.
- Het samentrekken van de boezems vindt in beide harthelften gelijktijdig plaats.
- Als de kamers zijn volgestroomd met bloed, vindt het samentrekken van de kamers plaats.
- De hartkleppen slaan dicht en voorkomen dat bloed terugstroomt in de boezems.
- Als de druk in de kamers hoger is geworden dan in de aorta & longslagaders gaan de halvemaanvormige kleppen open.
- Bloed wordt gelijktijdig in de aorta & longslagader gepompt.
- Tijdens het samentrekken van de kamers zijn de boezems ontspannen.
Hierna vindt de hartpauze plaats (De halvemaanvormige kleppen zijn gesloten).
En daarna begint de cyclus weer van voor af aan.