Voorzetsels met vaste naamvallen
29-12-2013 20:38
Voorzetsels met 3e naamval (dat.)
aus = uit
bei = bij
mit = met
nach = na; naar
seit = sinds
von = van; door
zu = bij; naar
an ... vorbei = langs
bis zu = tot (en met)
auBer = behalve
gegenüber = tegenover
voorzetsels met 4e naamval (acc.)
durch = door
für = voor
gegen = tegen
ohne = zonder
um = om
voorzetsels met of 3e, of 4e naamval
an = aan; op
auf = op
hinter = achter
neben = naast
in = in; naar (ergens in gaan); over (tijd)
über = boven; over
unter = onder
vor = voor; geleden (tijd)
zwischen = tussen